Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning zeide tot Ziba: [4]Wat zult gij daarmede? En Ziba zeide: De ezels zijn voor het [5]huis des konings, om op te rijden en het brood en de zomervruchten, om te eten voor de jongens; en de wijn, opdat de moeden in de [6]woestijn drinken. 4. Hebreeuws, wat [zullen] u die? 5. Als daar waren enige vrouwen, mitsgaders de vrienden en hovelingen des konings, benevens de koning zelf, die te voet ging; boven, hfdst.15 vs.16,17,30. 6. Zie boven, hfdst.15 vs.23, en onder, hfdst.17 vs.29.